Wat is de betekenis van notoir?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

notoir

notoir - Bijvoeglijk naamwoord 1. berucht. Luister niet naar hem, hij is een notoire leugenaar! 2. algemeen bekend Dat is toch wel een notoir feitje.

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

notoir

notoir - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: no-twaar 1. iets uitgesproken en met overtuiging zijn ♢ zij is een notoir aanhanger van het communisme Bijvoeglijk naamwoord: no-twaar de/het notoire ... Synonieme...

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Notoir

ook notoor [Fr. notoire, van MLat. notarius, van notare; zie noteren] openlijk bekend (een notoir dronkaard); klaarblijkelijk (een notoire stommeling).

2024-04-26
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Notoir

(notoor) algemeen bekend; openbaar

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Notoir

wereldkundig, algemeen bekend

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Notoir

(<Fr.), NOTO'RISCH (<Hd.),bn., openbaar : — algemeen bekend, berucht.

2024-04-26
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Notoir

notorisch, op de voorgrond tredend, bekendheid genietend.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

notoir

bn. (Fr. algemeen bekend, klaarblijkelijk, openbaar); ook, notorisch.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

notoir

(no'twa:r) bn. [Fr.] algemeen bekend, klaarblijkelijk, openbaar.