Noordeinde
o., noordelijk uiteinde, veelal als straatnaam (Noordein’de).
Jozef Verschueren (1930)
o. 1. ('no:rd) Algm. einde aan de noordkant. 2. Noordeinde ('eində) Inz. haam van veel straten.
J. Kramer (1908)
buurten in de gemeenten Aarlanderveen, Berkel, Pijnakker, Schermerhorn, Castricum, Westzaan; en een dorp in de gem. Graft, N.Holl., met 200 inw.; eindelijk een dorp in de gem. Zevenbergen, Z.-Holl.
Jacobus Kok (1780)
NOORDEINDE, eene welbetimmerde Buurt, in 't gedeelte van het Noorderkwartier van Holland, het Baljuwschap van de Nieuwburgen, ongeveer een vierendeel uur gaans ten Noorden van het Dorp Graft, van waar het den eigenlijke naam van Noordeinde van Graft ontleent. Hier is geene Hervormde Kerk, maar wel eene Vergaderplaats der ...
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: