Wat is de betekenis van noodlijdend?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

noodlijdend

noodlijdend - Bijvoeglijk naamwoord 1. ernstige problemen hebbend Hij werd direkteur van het noodlijdende bedrijf dat al vele jaren verlies leed. Woordherkomst samenstelling van nood en lijdend

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

noodlijdend

noodlijdend - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: nood-lij-dend 1. als een organisatie te weinig geld heeft ♢ omdat het bedrijf noodlijdend is, krijgen de werknemers niet meer betaald Bijvoeglijk naamwoord: nood-lij-dend ...

2024-04-28
Jargon & Slang van Beursspeculanten

Marc De Coster (2017)

Noodlijdend

Noodlijdend - gezegd van effecten waarvan de rente niet of gedeeltelijk wordt betaald.

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Noodlijdend

adj., bihoeftich, earm.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Noodlijdend

bn., 1 arm, behoeftig, gebrek hebbende aan het nodige: noodlijdende kerk; 2. noodlijdende fondsen, effecten waarvan de rentebetaling gestaakt is.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

noodlijdend

1. bn. (gebrek lijdend., arm, behoeftig): noodlijdende mensen, noodlijdende kerken; noodlijdende fondsen, nl. effecten, waarvan het couponbedrag op de vervaldag niet of slechts gedeeltelijk wordt uitbetaald; 2. noodlijdende, m. en v. noodlijdenden (persoon, die gebrek lijdt).

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

noodlijdend

(no:t'lijdənt) bn. 1. behoeftig, arm : de -en. 2. waarvan de rentebetaling achterwege blijft : -e fəndsen. obligatiën.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

noodlijdend

bn., arm. behoeftig, gebrek hebbbend aan het nodige.