Wat is de betekenis van nooddruftig?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

nooddruftig

nooddruftig - Bijvoeglijk naamwoord 1. (formeel) behoeftig, berooid, arm 2. in grote nood verkerend voor voeding, kleding en huisvesting Woordherkomst afgeleid van nooddruft met het achtervoegsel -ig

2024-04-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

2024-04-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

nooddruftig

behoeftig, arm.

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Nooddruftig

adj., needdriftich, bihoeftich.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nooddruftig

bn. (-er, -st), behoeftig, het onontbeeklijkste zelfs missende: ik ben nooddruftig, arm en naakt; o God! haast u tot mij, wil bijstand zenden; de nooddruftigen voeden en kleden.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

nooddruftig

bn. (arm, behoeftig): een nooddruftig gezin.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

nooddruftig

(no'druftəch) bn. en bw. (-er, -st) gebrek hebbend aan het nodige. Syn.→ arm. nooddruftigheid v.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

nooddruftig

bn. (-er, -st), behoeftig, het onontbeerlijkste zelfs missend.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)