nooddruftig
nooddruftig - Bijvoeglijk naamwoord 1. (formeel) behoeftig, berooid, arm 2. in grote nood verkerend voor voeding, kleding en huisvesting Woordherkomst afgeleid van nooddruft met het achtervoegsel -ig
Wiktionary (2019)
nooddruftig - Bijvoeglijk naamwoord 1. (formeel) behoeftig, berooid, arm 2. in grote nood verkerend voor voeding, kleding en huisvesting Woordherkomst afgeleid van nooddruft met het achtervoegsel -ig
Van Dale Uitgevers (1950)
bn. (-er, -st), behoeftig, het onontbeeklijkste zelfs missende: ik ben nooddruftig, arm en naakt; o God! haast u tot mij, wil bijstand zenden; de nooddruftigen voeden en kleden.
Jozef Verschueren (1930)
(no'druftəch) bn. en bw. (-er, -st) gebrek hebbend aan het nodige. Syn.→ arm. nooddruftigheid v.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: