Wat is de betekenis van Nonna?

2024-04-27
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

nonna

nonnie, meesteres, Bantoebediendes se aanspreekvorm vir huisvrou of dogter.

2024-04-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Nonna

halfboed, kleurlinge, in Indonesië.

2024-04-27
Woordenboek Italiaans (IT-NL)

A. Lankhout en J.E. Bas Backer (1951)

nonna

grootmoeder.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nonna

v. (-’s), (Ind.) dame van gemend bloed.

2024-04-27
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

nonna

(Mal.), kleurlinge; juffrouw, meisje.

2024-04-27
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Nonna

in N.O.-I. dame of meisje met gemengd bloed.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

nonna

('nonna) v. (-’s) O. I.. vrouw, meisje van gemengd bloed.

2024-04-27
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Nonna

Nonna - In Indië gebruikelijk zoowel voor jonge meisjes van Europeesch of gemengd bloed als voor vrouwelijke afstammelingen van Europeanen en Inlanders, althans van vrouwen van niet-onvermengd Europ. bloede, ook al zijn ze ouder en gehuwd.

Wil je toegang tot alle 11 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

nonna

nonna - v., Indisch halfbloed, kleurlinge; ook: jong meisje.