Wat is de betekenis van nominalist?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nominalist

m. (-en), aanhanger van het nominalisme.

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

nominalist

nominalist - Zelfstandignaamwoord 1. aanhanger van het nominalisme Woordherkomst afgeleid van nominaal met het achtervoegsel -ist

2025-07-17
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Nominalist

aanhanger van het nominalisme.

2025-07-17
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Nominalist

aanhanger van het nominalisme

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

nominalist

('list) m. (-en) aanhanger van het nominalisme.

2025-07-17
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

nominalist

m. (-en), aanhanger van het nominalisme.

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Nominalist

m. (-en), naam der scholastieken uit de middeleeuwen, die beweerden, dat de algemeene begrippen der dingen slechts bestaan als abstractie, niet als iets werkelijks.