Wat is de betekenis van nijver?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

nijver

nijver - Bijvoeglijk naamwoord 1. hard werkend Het is een goede traditie dat vindingrijke abonnees hun creatieve vaardigheid tonen bij Kunst in het Volkspark. Elk jaar gebeurt dat op een andere manier. Meestal is de actie gebaseerd op de actualiteit of een rage die op dat moment speelt. Zo deden tal van lez...

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Nijver

adj. & adv., iverich, flitich, dipper.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nijver

bn. bw. (-der, -st), arbeidzaam, naarstig: de nijvere landman; de nijvere bij.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

nijver

bn., bw.; nijverder, nijverst (naarstig, arbeidzaam): de nijvere bij, een nijvere bevolking.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

nijver

('nijvər) bn. en bw. (-der, -st) [ijver] zonder ophouden, met verstand en overleg werkend : de -e landbouwer, bevolking, stad, maatschappij ; de -e bij. Syn. → arbeidzaam.

2024-04-26
Levende taal verklarend woordenboek

T. Pluim (1921)

Nijver

zie Naarstig.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

nijver

bn. en bw. (-der, -st), arbeidzaam, naarstig: de nijvere landman; de nijvere bij.

2024-04-26
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)