Neutrum
[Lat.] onzijdig geslacht (van zelfstandige naamwoorden); onzijdig woord.
Van Dale Uitgevers (1950)
(Lat.), o. (neutra), (taalk.) 1. onzijdig geslacht; 2. onzijdig woord; 3. onzijdige vorm.
M. J. Koenen's (1937)
o. neutra (Lat. 1 onzijdig geslacht; 2 onzijdig woord): 1. het neutrum van bonus of goed; 2. bellum is een neutrum.
Jozef Verschueren (1930)
('neutrum) o. (...tra) [Lat.] wat onzijdig is nl. 1. onzijdig geslacht: wat is het van wie. 2. onzijdig woord : hoofd is een -.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
[Lat.], o. (neutra), (taalkunde) 1. onzijdig geslacht; 2. onzijdig woord; 3. onzijdige vorm.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: