Wat is de betekenis van neuten?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

neuten

1) (1988) (ww.) borrelen. Kijk ook onder neut (1)*. • ... gezellig neuten met de buren... (Jos Brink: Laat mij maar schuiven. 1988) 2) (1985) (Politie Academie, Apeldoorn) extraneï. • Toen begon dat idee van de NPA weer te spelen. Een collega bij mij op de groep en ook de baas zeiden: jongen, solliciteren. Die kwamen...

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

neuten

neuten - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord neut neuten - Werkwoord 1. (Gents dialect) klagen, zeuren, knotteren nie neuten|neute, nie pleuje

2024-04-27
Historische collectie Nederland

Rijksdienst voor het cultureel erfgoed (2019)

neuten

1. blokje hard hout, veelal voor lagering. 2. ook sleper uit sleepkruiwerk. (Sipman Molentekeningen)

2024-04-27
Jargon & Slang van Politieagenten en rechercheurs

Marc De Coster (2017)

Neuten

Neuten - extranel op de politieacademie te Apeldoorn. Toen begon dat idee van de NPA weer te spelen. Een collega bij mij op de groep en ook de baas zeiden:jongen, solliciteren. Die kwamen steeds met: heb jeje brief al geschreven? Dat heb ik dus gedaan en ik was nog net jong genoeg om bij de dagstudenten te kunnen.·Anders was ik een neut geweest. -...

2024-04-27
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

neuten

neuten: Belgisch bondscoach Jose de Cauwer spreekt in zijn soms onnavolgbare taal als cocommentator op de VRT over 'Nie neute', wat zoveel betekent als 'Niet lullen, niet zeveren, maar doorrijden'.

2024-04-27
Molenwoordenboek

B.D. Poppen (2000)

Neuten

Beukenhouten blokken, aan de bovenzijde voorzien van een plaat blik, bevestigd op de kruivloer, waarover de kap wordt rondgekruid.