Wat is de betekenis van nesteling?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nesteling

I. m. (-en), 1. (jag.) jachtvogel die jong uit het nest genomen is ; 2. alver (Cyprinus alburnus). II. v., het nestelen.

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

nesteling

nesteling - Zelfstandignaamwoord 1. (valkerij) een jonge roofvogel uit eigen kweek die nog opgeleid moet worden Deze vogel is een nesteling en is dus niet uit de natuur gehaald. Woordherkomst Naamwoord van handeling van nestelen met het achtervoegsel -ing

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

nesteling

m. nestelingen (jonge, kale nestvogel).

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

nesteling

I.('nestəling) v. (-en) het nestelen. II ('nestaling) m. (-en) hij die nestelt.

2025-07-17
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

nesteling

v., het nestelen.

2025-07-17
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Nesteling

zie Alvertje.

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Nesteling

1. Nesteling m. (-en), een jonge vogel, nestvogel. 2. Nesteling m. (-en), (nat. hist.). Zie ALVER en HESSELING.

2025-07-17
Winkler Prins

Anthony Winkler Prins (1870)

Nesteling

Zie Karper.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)