Wat is de betekenis van Nervus?

2024-04-29
Orthodontisch woordenboek

Dr. H.J. Remmelink (2022)

Nervus

Zenuw. Wordt vaak afgekort als n. of nn. (nervi, meervoud).

2024-04-29
Nederlands Logopedisch Lexicon

L.J.M. Bogaert (2007)

Nervus

(m.), → zenuw

2024-04-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Nervus

[Lat.] zenuw; - rerum, de zenuw aller zaken, het geld.

2024-04-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Nervus

zenuw

2024-04-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Nervus

zenuw; nervus rerum: de zenuw van alle zaken het geld

2024-04-29
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Nervus

Lat voor zenuw.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nervus

(Lat.), m., pees; — de nervus rerum, de zenuw der dingen, bep. het geld.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Nervus

i, m. 1. pees, spier, zenuw. | meton., mannelijk lid; snaar; pees (van de boog); runderhuid, leer (waarmee een schild overtrokken werd); boeien, hechtenis, in nervis teneri, Liv., eximere de nervo, Liv. 2. fig., kracht, sterkte; in 't bijz. = kracht, nadruk (der rede), nervi oratorii, Cic., nervi, Hor. | nervi,...

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Geneeskundig woordenboek (EN-NL)

dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven (1949)

nervus

zenuw.