Wat is de betekenis van nazomer?

2024-04-27
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

nazomer

Het begrip nazomer heeft 2 verschillende betekenissen: 1) laatste deel van de zomer. laatste deel van de zomer dat voorafgaat aan de herfst, in onze streken de periode van omstreeks de tweede helft van augustus tot en met de beginweken van september. 2) zomerse najaarsperiode. periode die valt tussen begin september en half november...

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

nazomer

nazomer - Zelfstandignaamwoord 1. de periode van eind september tot half november waarin het nog zomerachtig weer kan zijn Ze duiken iedere zomer en nazomer wel ergens op in zwem- en zeilvijvers, en ook nu is het weer van dattum. Van de Canarische Eilanden tot Onkerzele wappert de rode vlag: verboden...

2024-04-27
Prisma van het weer

Peter Timofeeff (1993)

Nazomer

Periode in eind september of begin oktober, waarin het weerbeeld nog zomers aandoet. Zie ook: zomer

2024-04-27
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Nazomer

s., neisimmer.

2024-04-27
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nazomer

m., (-s), laatste deel van de zomer ; periode van mooi weer kort voor de herfst.

2024-04-27
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Nazomer

benaming voor het mooie weer in het begin van de herfst; in Engeland spreekt men van Indian Summer, in Duitsland van Altweibersommer.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

nazomer

m. nazomers (begin v. d. herfst) laatste deel van de zomer, ook: warm najaar).

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

nazomer

('na:) m. (-s) laatste deel van de zomer.