Wat is de betekenis van Natuurlijkheid?

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Natuurlijkheid

v., eenvoud, ongedwongenheid: de natuurlijkheid van het gesprek in een toneelstuk.

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

natuurlijkheid

v. (eenvoud, ongekunsteldheid, ongedwongenheid).

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

natuurlijkheid

(na’tu:rləkheit) v. het natuurlijk zijn inz. A I 5).

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

natuurlijkheid

v., echtheid, ongedwongenheid: de natuurlijkheid van het gesprek in een toneelstuk.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Gerelateerde zoekopdrachten