Wat is de betekenis van naturel?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

naturel

naturel - Zelfstandignaamwoord 1. zacht verstevigd, katoenen weefsel naturel - Bijvoeglijk naamwoord 1. natuurlijk, puur, onvermengd, onbewerkt, ongekleurd, cru Woordherkomst van het Frans

2024-04-27
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

naturel

naturel: zonder doping; zuiver, clean.

2024-04-27
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

naturel

→ clean

2024-04-27
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

naturel

Zonder doping (te gebruiken). De term wordt courant gebruikt in de wielersport. Ik rij mijn hele carrière al naturel, ja. Vrij Nederland, 23-02-89 Zijn kopman Michael Boogaerd, zondag tweede in Luik-Bastenaken-Luik, rijdt volkomen naturel. Vrij Nederland, 24-04-99

2024-04-27
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Naturel

[Fr. = natuurlijk] I zn 1 m(veroud. Zuid-Afrikaans) inboorling, nl. Bantoe; 2 vr. (muz.) herstellingsteken; 3 onz. karakter, ingeboren aard; 4 bep. wit katoenen weefsel, zacht geappreteerd; II bn 1 de natuurlijke kleur of samenstelling bezittend; 2 ...

2024-04-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Naturel

natuurlijke kleur; onvermengd

2024-04-27
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

Naturel

1. Inboorling, Kaffer, lid v/d Bantoeras. 2. naturel: inboorling.

2024-04-27
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Naturel

inboorling; geaardheid

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Naturel

I. natuurlijk; natuur-; aangeboren; ongekunsteld; onvervalst, onvermengd; enfant onecht kind; soie naturelle, echte zijde, natuurzijde; II. inborst, aard, geaardheid, natuur; natuurlijkheid; inboorling, inlander; chassez le naturel, il revient au galop, de natuur gaat boven de leer; au naturel, 1. naar de natuur; 2. zie nature II.; de son naturel,...