Wat is de betekenis van nationalisatie?

nationalisatie - Zelfstandignaamwoord 1. het nationaliseren Woordherkomst Naamwoord van handeling van nationaliseren met het achtervoegsel -atie Synoniemen nationalisering Antoniemen denationalisatie

zn [Fr. nationalisation] 1 het nationaliseren; 2 het genationaliseerd worden.

(nationalisering) overneming van particuliere bedrijven door de staat

(<Fr.), v., het nationaliseren.

staat in tegenstelling tot socialisatie, inzooverre deze laatste vergemeenschappeljjking van de eigendom zij het meestal onder beheer van de staat of zijn organen veronderstelt. N. beteekent slechts (gedwongen) overgang van oorspronkelijke particuliere eigendom, al dan niet tegen vergoeding, naar staatseigendom. N. heeft in 1938 o.a. plaats gehad t...

v. (het nationaliseren).

Nationalisatie, - tot nationaal eigendom maken, aan den staat trekken. Zoo spreekt men van n. van den grond, zooals o. a. door Flürsheim in zijn boek ,,Auf friedlichem Wege” (1884) werd bepleit; hij wil den eigenaar behoorlijk schadevergoeding geven. Tegenwoordig spreekt men meer van socialiseering dan van n. Socialiseering van het grootbedrijf is...

[Fr.], v. (-s), overgang van produktiemiddelen, die zich tevoren in particuliere handen bevonden, naar de staat. De voornaamste overweging die meestal aan de nationalisatie ten grondslag ligt, is het feit dat een particuliere exploitatie van de te nationaliseren produktieve activiteit in strijd wordt geacht met het algemeen belang. Zo is in Nederla...

verkrijging van het burgerrecht, het burger warden; ook: het tot nationaal, gemeen-goed der natie, maken van iets (b.v. de grond, het land); nationaliseer en, het burgerrecht verkenen, als lid of burger eener natie opnemen; verder: iets nationaal, gemeen-goed maken.