Wiktionary (2019)
natellen - Werkwoord Woordherkomst samensteling na en tellen Uitdrukkingen en gezegden ♦ dat kun je op je vingers natellen dat kun je makkelijk controleren, je hebt er zelfs geen pen en papier voor nodig Synoniemen herberekenen, narekenen, renu...
Van Dale Uitgevers (1950)
(telde na, heeft nageteld), 1. door tellen de hoeveelheid van iets bepalen: zijn geld natellen; — zijn winst natellen, narekenen; — dat kun je op je vingers natellen, zeer gemakkelijk nagaan, inzien; 2. door tellen nagaan of een voorafgaande telling juist was: tel eens even na, of het goed is.
M. J. Koenen's (1937)
telde na, h. nageteld (overtellen, nog eens tellen: in het alg. een hoeveelheid, inz. geld, tellend nagaan): tel deze rekening (nog) eens na: zijn winst natellen; op zijn vingers kunnen natellen, iets gemakkelijk kunnen nagaan.
Jozef Verschueren (1930)
(’na:) (telde na. heeft nageteld) 1. nog eens tellen om na te gaan of een vorige telling juist was: geld, een rekening -. → vinger. 2. overzien, nagaan: help eens - of ik alles heb, wat ik behoef.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
(telde na, heeft nageteld), 1. door tellen de hoeveelheid van iets bepalen: zijn geld natellen; zijn winst narekenen; dat kun je op je vingers natellen, zeer gemakkelijk nagaan, inzien; 2. door tellen nagaan of een voorafgaande telling juist was: tel eens even na of het goed is.
J.H. van Dale (1898)
(telde na, heeft nageteld), door tellen nagaan of eene voorafgaande telling juist was : tel eens even na, of het goed is; dat kun je op je vingers natellen, zeer gemakkelijk nagaan. NATELLING, v. het natellen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
