Wat is de betekenis van naseizoen?

2024-04-28
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

naseizoen

Het begrip naseizoen heeft 2 verschillende betekenissen: 1) toeristische periode. periode met relatief weinig toeristen die volgt op het hoogseizoen; rustige periode aan het einde van het toeristische seizoen. 2) wedstrijdperiode. wedstrijdperiode die valt aan het einde van het competitieseizoen van een sportdiscipline.

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

naseizoen

naseizoen - Zelfstandignaamwoord 1. na de drukste periode, na de schoolvakanties In veel bedrijven is het een jaarlijks ritueel: het vastleggen van de vakantiedata. Hoe te voorkomen dat iedereen tegelijk op reis vertrekt, zodat er niemand meer is om het werk te verrichten? Bij die onderhandelingen is er alt...

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Naseizoen

s.n., neitiid.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Naseizoen

o., periode na het eig. seizoen: in het naseizoen zijn de prijzen aanmerkelijk lager.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

naseizoen

o., periode na het eigenlijke seizoen: in het naseizoen zijn de prijzen aanmerkelijk lager.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)