Wat is de betekenis van Nanisme?

2024-04-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Nanisme

[Fr., van Lat. nanus, Gr. nan(n)os = dwerg] dwerggroei van het lichaam.

2024-04-29
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Nanisme

dwerggroei (geneesk.)

2024-04-29
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Nanisme

dwerggroei

2024-04-29
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Nanisme

dwerggroei, zie aldaar, een lichaamslengte van minder dan 1,50 m.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nanisme

o., (geneesk.) dwerggroei als gevolg van groeiremming.

2024-04-29
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Nanisme

(dwerggroei), z Dwerg.

2024-04-29
Polulaire Geneeskundige Encyclopaedie

Dr. Ch. Bles (1929)

Nanisme

dwerggroei.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

nanisme

o., (geneeskunde) nanosomie, dwerggroei.