Nana
Zie Nan
J. van Donselaar (1936)
(de, -’s), (gebr. bij Hindostanen) grootvader van moeders kant. Zie WS 21 -2-1987, in adv. - Etym.: H. - Zie ook: nani, aja.
Veerman (1954)
Vrouwelijke vorm van lat. namis — dwerg, met verkleining nanella. Als soortsnaam gebruikt voor species, die in vergelijking met andere uit hetzelfde geslacht als klein opvallen; veel gebruikt als variëteitsnaam voor dwerg-variëteiten.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: