Wat is de betekenis van Nama?

2024-04-28
Vedānta woordenboekje

Rommert van Dijk (2020)

nama

naam (voor een vorm) vergelijk: rüpa

2024-04-28
Verklarend Woordenboek Plantennamen

Dr. C. A. Backer (1936)

Nama

Nama L. [C. Linnaeus], - (Gr.) het stroomende, het water: waterplant.

2024-04-28
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

Nama

Nama - Te gebruiken om werken te beschrijven van de gelijknamige Afrikaanse etnische groep die leeft in Namibië en Zuid-Afrika.

2024-04-28
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

NAMA

of Namaqua zijn de bewoners van Groot-Namaland en van het Z. van het Damaraland in het voormalige Duits Z.W.-Afrika. Het zijn Bosjesmannen, Hottentotten, Bergdamara, Herero, Beetsjoeanen en Bastaards. Door de „Grote Oorlog” (1903-1908) der inheemse bevolking tegen het Duitse gezag zijn verschillende stammen grotendeels of totaal...

2024-04-28
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Nama

Een der grootste onderafdeelingen van de Hottentotten-stammen in Z.W. Afrika (→ Namaland) en daarom in iets wij deren zin ook wel voor deze stammen als geheel, en vooral ook voor him taal, gebruikt. → Afrika (sub Afrik, talen); Sandawe.