Wat is de betekenis van Naloop?

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

naloop

(1967) (ton., film) late binnenkomers bij een voorstelling. • Omdat hij 'goed kan preken', heeft hij in de stad zeker de 'naloop'. Want er zijn in de protestantse kerken nog altijd ruimschoots lieden, die nog wel eens een 'goede preek' willen horen. (Rudolf Boon: Een afgeschreven zaak? De protestantse kerken in Nederland. 1967)

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

naloop

naloop - Werkwoord 1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van nalopen ♢... dat ik naloop

2024-04-28
Marc De Coster

Marc de Coster (2007)

Naloop

Naloop - late binnenkomers bij een toneelvoorstelling.

2024-04-28
Funerair Lexicon

H.L.Kok (2002)

Naloop

zie: wederganger.

2024-04-28
Nieuwe Groninger Encyclopedie

P. Brood, A.H. Huussen en J. van der Kooi (1999)

Naloop

zie Spokerij.

2024-04-28
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

naloop

laaste produk van distillasie; laaste stroop wat uit suiker loop; nageloop, agter iem. aan loop; ondersoek.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Naloop

m., 1. het nalopen, geloop, moeite: zulke grote zaken vereisen veel naloop; 2. het laatste product van destillatie waarin nog alcohol aanwezig is; 3. (suikerfab.) laatste, zuiverste en fijnste stroop die uit suiker loopt.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

naloop

m., 1. het nalopen, geloop, moeite: zulke grote zaken vereisen veel naloop; 2. het laatste produkt van destillatie waarin nog alcohol aanwezig is; 3. (suikerfabricage) laatste, zuiverste en fijnste stroop die uit suiker loopt.

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Naloop

Naloop m. toeloop (van menschen); omslag; geloop, moeite: zulke groote zaken vereischen veel naloop; — het laatste product waarin nog alcohol aanwezig is; (suikerf.) laatste, zuiverste en fijnste stroop die uit de suiker loopt.