Wat is de betekenis van Nadenkend?

2024-03-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

nadenkend

nadenkend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vannadenken

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nadenkend

bn. bw. (-er, -st), met, in, of getuigend van nadenken, peinzend: nadenkende ogen; nadenkend de hand aan de kin houdend.

2024-03-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

nadenkend

bn. (overpeinzend; fig. voorzichtig): een nadenkend man, ernstig.

2024-03-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

nadenkend

('denkənt) bn. en bw. (-er, -st) 1. overpeinzend: heft hij de hand aan de kin; -e ogen. Syn. ➝ afgetrokken. 2. behoedzaam, ernstig: een man.

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

nadenkend

bn. en bw. (—er, nadenkendst), met, in, of getuigend van nadenken, peinzend: nadenkende ogen; nadenkend de hand aan de kin houdend.

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Nadenkend

Nadenkend bn. bw. (-er, -st), overpeinzend: nadenkende oogen; nadenkend de hand aan de kin houdend; behoedzaam, voorzichtig.