Wat is de betekenis van Nachtploeg?

2024-04-29
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

nachtploeg

werknemers met nachtdienst. groep van werknemers die gezamenlijk volgens een dienstrooster werkt in de nachturen. Voorbeelden: De hele tocht is circa 200 kilometer lang. Meestal wordt deze route als volgt ingedeeld: 2 dagploegen en 2 nachtploegen van ieder 3 mensen, waarmee je om beurten roeit en stuurt. http://www.google.nl/searc...

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

nachtploeg

nachtploeg - Zelfstandignaamwoord 1. de groep werknemers die 's-nachts werkt De vriend van mijn dochter werkt vandaag in de nachtploeg en daarna is hij twee dagen vrij. Woordherkomst samenstelling van nacht en ploeg Verwante begrippen dagploeg, avondploeg, ploegendienst

2024-04-29
Woordenboek van populaire uitdrukkingen

Marc de Coster (1998)

Nachtploeg

in de - zitten ’s nachts op inbraak uitgaan. Bargoense uitdr. uit het begin van deze eeuw. Nachtwerk bet. dan ‘inbraak, diefstal’. O.a. bij Endt en Frerichs.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Nachtploeg

v. (-en), groep arbeiders die ’s nachts werken, in tegenstelling met dagploeg.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

nachtploeg

v. (-en) arbeidersploeg die 's nachts werkt. Tgst. dagploeg.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

nachtploeg

v./m. (—en), groep arbeiders die ’s nachts werkt, in tegenst. tot dagploeg.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 9 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)