Wat is de betekenis van nachtkleed?

2024-04-28
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

nachtkleed

nachtjapon, nachtpon Zij drukte haar adem op zijn lippen en schoof toen uit het nauwe bed. Terwijl ze haar nachtkleed weer over haar schouders trok, ving hij een glimp op van haar jongensbillen. (Paul Claes, De Phoenix) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 3 Vlaamsheid: 5

2024-04-28
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

nachtkleed

(de, -kleden) nachtjapon, nachtpon. Dat lange witte nachtkleed trok ik nooit meer aan. Ik zou een veredeld joggingpak dragen, waarin ik me gemakkelijk voel. - DS, 26-10-2001.

2024-04-28
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

nachtkleed

Nachtjapon, nachtpon. Kort nachtkleed in gebloemde tergal, Vrouw en Wereld jan. 1976. Nachtkleedjes in bedrukte polyester/katoen, Westkust 19/8/1976, p. 16. Nachtkleedjes voor kinderen, Centrumblad 12/1/1977, p. 15. Sam.: damesnachtkleed (Vrouw en Wereld jan. 1975, p. 46).

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

nachtkleed

o. nachtgewaad.