Wat is de betekenis van Naaldenkoker?

2024-04-29
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

naaldenkoker

(1974) (Gent, spot.) lang, mager vrouwspersoon. • Naaldenkoker. m. Een lang mager vrouwspersoon. (L. Lievevrouw-Coopman: Gents Woordenboek. 1974)

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Naaldenkoker

s., nullekoker.

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Naaldenkoker

m. (-s), 1. langwerpige koker om er naalden in te bergen; 2. naam voor verschillende plantensoorten.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

naaldenkoker

m. naaldenkokers (kokertje voor naalden).

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

naaldenkoker

m. (-) koker om naalden in te steken.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

naaldenkoker

m. (-s), langwerpige koker om breinaalden in op te bergen.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Naaldenkoker

Naaldenkoker m. (-s), langwerpige koker om er naalden in te bergen: (ook) naam voor verschillende plantensoorten; ...KOOP, m. (-en), ...KOOPER, m. (-s), ...KOOPSTER, v. (-s), die naalden verkoopt; ...KUSSEN, o. (-s), ...KUSSENTJE, o. (-s), kussen(tje) om naalden op te steken; ...LAP, m. (-pen), stuk stof, waarop naalden gestoken worden; ...MA...

Gerelateerde zoekopdrachten