Wat is de betekenis van muilen?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

muilen

(1987) (Vlaanderen, inf.) tongkussen. Syn.: muilkluiven*. • ‘Ik?’ zei Eduard. ‘Om negen uur had ik al zes keutels gescheten en al zes wijven gemuild. Wat magertjes, oké, maar…’ (Herman Brusselmans: Zijn er kanalen in Aalst? 1987) • Naast ons lag een vage gozer te muilen met een vaag wijf... (Jacob va...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

muilen

muilen - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord muil

2024-04-26
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

muilen

tong(zoen)en, NL: kopkluiven En 'muilen' is ook niet meer wat het was, gekke bekken trekken of pruilen, maar betekent volgens hen tongzoenen. Je kunt dus zeggen: daar staan twee milfen te muilen? De achterbank gniffelt bevestigend. Een mens leert wat onderweg. (web) Echt serieus? 'Getongd. Gemuild, zoals ze z...

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Muilen

Muilen (muilde, heeft gemuild), (Zuidn.) morren.