Wat is de betekenis van Mops?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Mops

m. (-en), soort van kleine dog met stompe snuit.

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

mops

I. m. -en; ook: mopshond; zie mop (II). II. zie vloermops.

2025-07-16
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Mops

kortharige dwerghond, met stompen snuit.

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

mops

m. (-en) kleine Engelse doghond met stompe snuit. mopshond m. (-en).

2025-07-16
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Mops

Mops - of puckhond is wel als een dwerg van den Engelschen bulldog beschouwd. Dit is niet juist. De m. is als ras ouder dan de bulldog en verder verschilt het karakter zeer veel, de m. is goedig, de bulldog nijdig en brutaal. Men beweert wel, dat de bakermat van het ras in Nederland zou liggen. Dit is onzeker, doch een feit is het wel, dat de m. hi...

2025-07-16
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

mops

mops zn. 'kleine hond met stompe snuit' categorie: etymologie onduidelijk Nnl. mops 'kleine soort van dog' in Steendoggen. De honden van dit Ras worden ook ... Mopsen geheeten [1778; WNT steen]. Expressieve nevenvorm van mop 'id.', en dan wrsch. een betekenisuitbreiding van mop 'scheldnaam voor ee...

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Mops

Mops MOPSHOND, m. (-en), mop 3 art.

2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)