monosoom
(G., sooma = lichaam), gezegd van een individu dat één chromosoom in enkelvoud heeft (2n-1), ➝ mutatie.
G. Th. van Kempen (1974)
(G., sooma = lichaam), gezegd van een individu dat één chromosoom in enkelvoud heeft (2n-1), ➝ mutatie.
Veerman (1954)
heet een plant of dier, wanneer een bepaald chromosoom slechts in enkelvoud aanwezig is i.pl.v. in tweevoud. Het aantal chromosomen is dan 2n-l i.pl.v. 2n (z. Chromosoommutatie).
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: