Wat is de betekenis van monitor?

(zelfstandig naamwoord) [alg.] beeldscherm, scherm - De beelden van elke camera ziet de tv-regisseur op een apart beeldscherm. [alg.] volgscherm - Op een volgscherm kunnen beveiligers iedereen op zijn gang door het gebouw volgen. [alg.] waarnemer; mentor - Volgens waarnemers zijn de verkiezingen eerlijk verlopen.

monitor - Zelfstandignaamwoord 1. (informatica) een scherm waarop de informatie uit een computer zichtbaar wordt gemaakt ♢ De tekst van het WikiWoordenboek was op de monitor zichtbaar. 2. iemand die buiten de schooluren leiding geeft aan en toezicht houdt op kinderen of jongeren 3. studiemen...

monitor - zelfstandig naamwoord uitspraak: mo-ni-tor 1. vlak waarop film- televisie-, of computerbeelden vertoond worden ♢je kunt met de muis op de monitor iets aanwijzen Zelfstandig naamwoord: mo-ni-tor de monitor ...

Monitor - televisiescherm dat direct met de camera verbonden is. In een moderne controlekamer staat er normaal een tiental opgesteld.

(de; -s, monitoren, monitrice) 1 TU - voorwerker bij turnen, dwz. iem. die een turnoefening voordoet. 2 SP - theoretisch onderlegd lesgever, leermeester in de lichamelijke opvoeding, sportinstructeur.

(m.), gebied in de hersenen dat de taalperceptie- en taalproductieprocessen bewaakt en dat veel versprekingen voorkomt doordat fouten al tijdens het taalproductieproces opgemerkt en gecorrigeerd worden. Tevens brengt de monitor het correctieproces op gang van fouten die reeds gemaakt zijn

Naar de muzikant gerichte speaker. Bij een live optreden staan op het podium een aantal speakerboxen gericht op de muzikanten zodat zij zichzelf en elkaar goed kunnen horen. Dat heet een monitorinstalla­tie. De monitors worden bediend door de monitor mixer, die vaak aan de zijkant van het podium zit zodat hij goed contact kan maken met de muzikante...

(de, -s & -oren) in België ook: persoon die leiding geeft aan jongeren, jeugdleider, sportleider of studiebegeleider.

[Lat. monitor = herinneraar, vermaner, opzichter, van monere, monitum = indachtig doen zijn, vermanen, waarschuwen; een aantal betekenissen zijn via het Eng. ontleend] 1 raadgever, spec. oudere student of afgestudeerde die jongere student bij diens studie helpt (in België: moniteur); 2 (gesch.) bep....