Wat is de betekenis van mondjesmaat?

mondjesmaat - Bijwoord 1. in zeer kleine hoeveelheden ♢ Tijdens de oorlog waren medicijnen slechts mondjesmaat beschikbaar.

(v.(m.)), programma dat onderdeel uitmaakt van het CS dat bestemd is voor het trainen van expressief taalgebruik bij kinderen van vier tot twaalf jaar en bestaat uit de onderdelen: nazeggen, woorden vinden, zinnen maken, verhalen vertellen en gesprekken voeren

in België meestal: met mondjesmaat Ze maken hiervoor de vergelijking met Nederland, waar het spel aanvankelijk met mondjesmaat van de hand ging en sindsdien als een pijl in de lucht is geschoten. - DS, 24-08-2002.

s.; iem. — geven, immen by de tomme heine; — krijgen, troch it rib fuorre wurde.

I. zn. v., zoveel als men te gelijk in de mond kan nemen; — zeer schraal of nauw afgemeten hoeveelheid; II. bw., in zeer kleine hoeveelheid : melk krijgen wij nog maar mondjesmaat; — zo weinig mogelijk: inlichtingen kreeg ik mondjesmaat.

1. v.; schraal afgemeten, nauwelijks voldoende hoeveelheid: het is mondjesmaat; 2. bw.: fig. inlichtingen mondjesmaat geven, sober.

('montjәs) 1. v. (...maten) nauw, schraal afgemeten hoeveelheid : bij, met -. 2. bw. bij mondjesmaat : inlichtingen kreeg hij -.

...

Mondjesmaat v. zooveel als men te gelijk in den mond kan nemen; zeer schraal of nauw afgemeten hoeveelheid.