mobiliteit
...
Ontdek ons tijdschrift
en lees alles over taal uit Nederland en Vlaanderen*Zolang de voorraad strekt
Wiktionary (2019)
mobiliteit - Zelfstandignaamwoord 1. het mobiel zijn 2. beweeglijkheid Woordherkomst Van het Engelse mobility of het Franse mobilité, van het Latijnse 'mobilitas' of van mobiel met het achtervoegsel -iteit
Muiswerk Educatief (2017)
mobiliteit - zelfstandig naamwoord uitspraak: mo-bi-li-teit 1. het beweeglijk en vlug zijn ♢de mobiliteit van deze bejaarden laat te wensen over 1. sociale mobiliteit [een andere sociale positie ku...
Margreet Weide (2006)
Beweeglijkheid van de gewrichten: - hypermobiliteit: overbeweeglijkheid van de gewrichten doordat de gewrichtsbanden erg elastisch en rekbaar zijn; - hypomobiliteit: verminderde beweeglijkheid, stijfheid van de gewrichten.
Anneke van Schie (2000)
Het vermogen om je fysiek voort te bewegen; dit impliceert alle vormen van voortbeweging, dus zonder hulpmiddel (b.v. lopen), maar ook met b.v. rolstoel, of gemotoriseerd voertuig.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: