Wat is de betekenis van mismoedig?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

mismoedig

mismoedig - Bijvoeglijk naamwoord 1. met een sombere stemming We treffen zaterdagmiddag een mismoedige band in de backstage van de AB: het nieuws van de aanslag op de concertzaal Bataclan in Parijs hakt er hard in bij Chvrches. Vier dagen voordien traden ze zelf nog op in de lichtstad, en de band ken...

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

mismoedig

neerslagtig.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Mismoedig

adj. & adv., mis-, wanmoedich.

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Mismoedig

bn. bw. (-er, -st), neerslachtig, ontmoedigd, verdrietig: bij zoveel tegenspoed moet iem. wel mismoedig worden ; dit antwoord maakte hem mismoedig.

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

mismoedig

bn.; neerslachtig, mistroostig: al die tegenwerking maakt hem mismoedig; spreken op mismoedige toon.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

mismoedig

(mis'moedəch) bn. en bw. (-er, -st) door leed nedergedrukt en onverschillig : hij was nog slechts een toeschouwer. Syn. mistroostig, moedeloos, neerslachtig, terneergeslagen.

2024-04-26
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Mismoedig

Mismoedig bn. bw. (-er, -st), neerslachtig, ontmoedigd, verdrietig: bij zooveel tegenspoed moet iem. wel mismoedig worden; dit antwoord maakte hem mismoedig. MISMOEDIGHEID, v.