Wat is de betekenis van Minoraat?

2024-04-30
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Minoraat

bevoorrechte erfopvolging van jongere zoon (vgl. majoraat).

2024-04-30
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Minoraat

erfopvolgingsrecht der jongeren

2024-04-30
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Minoraat

o., erfopvolgingsrecht der jongeren.

2024-04-30
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Minoraat

o., 1. erfopvolgingsrecht der jongeren; 2. (R.-K.) de gezamenlijke vier mindere orden, beneden het subdiaconaat.

2024-04-30
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

minoraat

o. erropvolgingsrecht der jongeren.

2024-04-30
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

minoraat

o.; erfopvolgingsrecht d. jongeren.

2024-04-30
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Minoraat

erfopvolgingsrecht v/e jongeren zoon, in tegenstelling met → majoraat.

2024-04-30
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

minoraat

I. (mino'ra.t) o. [minor I] erfopvolgingsrecht der jongeren. Tgst. majoraat II. minoraat II (mino'ra:t) o. [Lat. ordines minores, de kleine wijdingen] Kat. gezamenlijke kleine wijdingen.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-30
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Minoraat

Minoraat, - voor recht van erfopvolging telkens van een der jongere zoons uit een gezin ten nadeele van zijn broeders en zusters ten opzichte van eenig onroerend familiegoed. (Zie MAJORAAT en wat op dit woord gezegd wordt omtrent de regeling van de vererving in ons Burgerlijk Wetboek.)

Gerelateerde zoekopdrachten