Minoraat
bevoorrechte erfopvolging van jongere zoon (vgl. majoraat).
Van Dale Uitgevers (1950)
o., 1. erfopvolgingsrecht der jongeren; 2. (R.-K.) de gezamenlijke vier mindere orden, beneden het subdiaconaat.
Jozef Verschueren (1930)
I. (mino'ra.t) o. [minor I] erfopvolgingsrecht der jongeren. Tgst. majoraat II. minoraat II (mino'ra:t) o. [Lat. ordines minores, de kleine wijdingen] Kat. gezamenlijke kleine wijdingen.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Minoraat, - voor recht van erfopvolging telkens van een der jongere zoons uit een gezin ten nadeele van zijn broeders en zusters ten opzichte van eenig onroerend familiegoed. (Zie MAJORAAT en wat op dit woord gezegd wordt omtrent de regeling van de vererving in ons Burgerlijk Wetboek.)
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: