Minimumlijder
m. (-s), (iron.) iem. die van een minimumloon moet leven.
Marc De Coster (2020-2025)
(19e eeuw) (iron.) iemand die moet rondkomen met een minimumloon. • Minimum-lijder, eigenl. hongerlijder; aanvankelijk de onderwijzer, beroepen op het laagste traktement, dat de wet toestond. Overdrachtelijk, ambtenaren met te klein traktement. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899) &bu...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Wiktionary (2019)
minimumlijder - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die van een minimumloon moet leven Woordherkomst samenstelling van minimum en lijder
Marc De Coster (2017)
Minimumlijder - iemand die moet leven van een bestaansminimum. Mv. minima. Onechte minima zijn personen die buiten een sociaal minimum ook nog andere inkomsten hebben. Vgl. echte minima.
M. J. Koenen's (1937)
m. -s; scherts. iem. met zeer laag traktement d.i. met een jaarwedde, die als minimum door de wet is bepaald.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: