Wat is de betekenis van miniem?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

miniem

miniem - Bijvoeglijk naamwoord 1. heel klein, minimaal Het minieme verschil tussen de beide hardlopers kon alleen op de finishfoto gezien worden. miniem - Zelfstandignaamwoord 1. (Jiddisch-Hebreeuws) soorten in de uitdrukking: arbaä miniem Woordherkomst [bijvo...

2024-04-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

miniem

miniem - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: mi-niem 1. heel klein ♢Govert won met een miniem verschil Bijvoeglijk naamwoord: mi-niem ... is miniemer dan ... het miniemst ...

2024-04-28
Typisch Vlaams woordenboek

Ludo Permentier en Rik Schutz (2015)

miniem

jong lid, van 10 tot 12 jaar, van een sportvereniging Voor de miniemen van de Groene Rovers was het vorige seizoen een absolute ramp geweest. Spelers die afhaakten en een laatste plaats in de eindstand, blij kon je er niet van worden. (Jonas boets, Geboren o mte scoren) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 7 Vlaamsheid:...

2024-04-28
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

miniem

miniem: behoort tot de categorie van de miniemen, renners van acht tot en met elf jaar.

2024-04-28
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

miniem

(de; -en) - (in België) renner, renster in de leeftijdscategorie 8 t/m 11 jaar, onderdeel van de jeugd.

2024-04-28
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

miniem

(de, -en) in België ook: jong lid, van 10 tot 12 jaar, van een sportvereniging. Bovendien zitten daar nu ook geregeld probleemgevallen tussen van miniemen, voetballertjes van de leeftijdscategorie 11-12 jaar. - HN, 20-11-2001.

2024-04-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Miniem

[Fr. minime, van Lat. minimus = overtreffende trap van parvus = klein] zeer gering, zeer klein.

2024-04-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Miniem

gering; monnik van een zeer strenge orde

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

miniem

In de sportt., ter aand. van de jongere leden van een sportclub, veelal tussen 10 en 12 à 13 jaar; bij versch. sportbonden een min of meer off. ben. voor een van de laagste klassen van sportbeoefenaars in competitieverband (veelal gevolgd door de klasse der kadetten, zie ook ald.): pupil; meer in ’t alg.: junior, jongere; ook: j...