Wat is de betekenis van minachtend?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

minachtend

minachtend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanminachten

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

minachtend

minachtend - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: min-ach-tend 1. er blijk van geven dat je iemand als minderwaardig beschouwt ♢met een minachtende blik keek hij me aan Bijvoeglijk naamwoord: min-ach-tend de/het minachte...

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Minachtend

adj. & adv., forachtsum, forachtlik, fornederjend; — over iemand spreken, immen leechlizze.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

minachtend

bn., bw.: een minachtend gebaar; iem. minachtend de deur wijzen.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

minachtend

bn. en bw. getuigend, vol van minachting : een -e lach; iemand behandelen.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)