Wat is de betekenis van Mimulus?

Mímulus L. [C. Linnaeus], - verkleinw. van Lat. mimus (Gr. mimos), grappige nabootser, clown. De naam zinspeelt op de veronderstelde gelijkenis tusschen de bloemknoppen sommiger soorten van het gesl. en de maskers, welke in de Oudheid tooneelspelers en clowns plachten te dragen.

van Gr. woorden die betekenen: grappige nabootser; de naam zinspeelt op de veronderstelde gelijkenis tussen de bloemknoppen van sommige soorten van het geslacht en de maskers, die in de oudheid toneelspelers plachten te dragen

Tot de fam. der Scrophidariacaea behorende, overblijvende, in ons klimaat niet geheel winterharde kruidachtige planten met bloemen in sprekende kleuren. M. hybriden: voorn. kruisingen van verschillende soorten in cultuur: Scarlet Bee, oranjerood, enz.

maskerbloem, als tuinplant gekweekte, soms verwilderde, plant uit de Helmkruidfam*. Grote tweelippige gele bloemen met oranje vlekjes op de onderlip.

afkomstig uit Z.-Amerika, in Ned. maskerbloem, met geelroode bloemen; ook muskusplant, met kleine gele bloemen en muskusgeur.

Lat. naam voor ➝ maskerbloem.

Mimulus, - plantengeslacht der Scrophulariaceeën, met 59 soorten in het Andesgebergte, N.- en Z.-Amerika. Het zijn kruid- of halfheesterachtige plantjes met tegenoverstaande ovale bladeren en tweelippig-buisvormige gele, roode, dikwijls bruin gestippelde bloemen. De tweelippige stempels sluiten zich bij prikkeling. Van de eenjarige gekweekte: M. cu...

L., plantengeslacht van de fam. der Scrophularineeën, met een 40-tal, alle amerik. soorten; het zijn fraai bloeiende kruidachtige planten; eenige zijn gezochte sierplanten. De bekendste soort is M. luteus.