Wat is de betekenis van Middellijk?

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Middellijk

adj. & adv., midlik; (adv.) midlikerwize.

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Middellijk

bn. bw., niet rechtstreeks, indirect: hij is toch de middellijke oorzaak; — (rechtst.) middellijk bewijs, door vermoedens.

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

middellijk

bn., bw.; niet rechtstreeks: een middellijke verbinding van twee steden, indirect; een geheim, waarin velen middellijk of onmiddellijk betrokken waren.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

middellijk

(’middəllək) bn. en bw. door middel van iemand of iets anders, niet rechtstreeks, indirekt: een -e invloed; de -e oorzaak van iets zijn; - of onmiddellijk in een geheim betrokken.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

middellijk

bn. en bw., niet rechtstreeks; indirect: hij is toch de middellijke oorzaak; (recht) middellijk bewijs, door vermoedens.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Middellijk

Middelijk bn. bw. niet rechtstreeksch, niet rechtstreeks: hij is toch de middellijke oorzaak, de indirecte oorzaak.

2024-04-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)