Wat is de betekenis van messchede?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Messchede

MESSESCHEDE, v. (-n), 1. koker, foedraal voor een mes; 2. zeker schelpdier (Solen vagina).

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

messchede

messchede - Zelfstandignaamwoord 1. een nauwsluitende houder waarin het lemmet van een mes ter bescherming opgeborgen wordt 2. (tweekleppigen) Solen marginatus een marien tweekleppig weekdier, met een geheel rechte schelp De meeste messchedes gevonden op Nederlandse stranden zijn van fossiele herkoms...

2025-07-17
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Messchede

s., mêsskie, -skeef.

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

messchede

('mes) v. (-n) 1. Eig. messeschede. 2. Metf. schelpdier in de vorm van een messeschede.

2025-07-17
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

messchede

v./m. (-n), koker, foedraal voor een mes.

2025-07-17
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)