Wat is de betekenis van menigmaal?

2025-07-15
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Menigmaal

bw., verscheidene malen, dikwijls: hoe menigmaal heb ik u gewaarschuwd.

2025-07-15
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

menigmaal

menigmaal - bijwoord uitspraak: me-nig-maal 1. op veel momenten, veel keren ♢ik heb u daarvoor menigmaal gewaarschuwd Bijwoord: me-nig-maal Synoniemen dikwijls, vaak, veel, veelvuldig, regelmatig, mee...

2025-07-15
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

menigmaal

dikwels, verskeie kere.

2025-07-15
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Menigmaal

adv., mennichkear, gauris, faekris.

2025-07-15
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

menigmaal

bw.; verscheiden malen: ik heb er u menigmaal ontmoet, dikwijls; menigmaal heb ik u gewaarschuwd; ook: menigwerf, zie ald.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

menigmaal

bw. verscheidene malen : heb ik hem ontmoet. Syn. → dikwerf.