Wat is de betekenis van mathematicus?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Mathematicus

(Lat.), m. (...ci), wiskundige.

2025-07-16
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

mathematicus

Het begrip mathematicus heeft 2 verschillende betekenissen: 1) wiskundige. 2) iemand die zich gedraagt als een wiskundige. iemand die denkt en handelt als een wiskundige, d.w.z. rationeel en planmatig.

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

mathematicus

mathematicus - Zelfstandignaamwoord 1. (wiskunde), (beroep) een wetenschapper die de wiskunde beoefent Synoniemen wiskundige, mathemaat

2025-07-16
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Mathematicus

[Lat-, van Gr. mathèmatikos = wiskundig] wiskundige.

2025-07-16
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Mathematicus

(matematicus) wiskundige

2025-07-16
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

mathematicus

mathematicus - Wetenschappers die zijn gespecialiseerd in de wetenschap van getallen, grootheden, symbolisch uitgedrukte hoeveelheden, en vormen en figuren, inclusief hun onderlinge verbanden en de operaties die erop worden uitgevoerd.

2025-07-16
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Mathematicus

wiskundige

2025-07-16
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Măthēmătĭcus

1. adi., mathematisch, wiskundig. 2. subst., măthēmătĭcus, i, m. wiskunstenaar, -kundige; sterrenwichelaar, astroloog. | măthēmătĭca, ae, en -ē, ēs, f. wiskunde, mathesis; sterrenwichelarij.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

mathematicus

(Lat.) m. wiskunstenaar.