Wat is de betekenis van massel?

2024-03-28
Woordenboekje Nederlandse Jiddisch

H. Beem (1975)

Massel

Nederlandse volkstaal verbasterd uit Jiddisch mazzel.

2024-03-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Massel

(Barg.) winst, geluk, voordeel; masselen: goede zaken

2024-03-28
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Massel

1. gieteling, staaf gegoten ruw ijzer. 2. mazzel; Massel haben, boffen.

Wil je toegang tot alle 8 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

massel

winst; geluk; voorspoed. Aan gestolen goed is geen massel, gedijt niet. Zie: broochem.