Wat is de betekenis van Martens?

Martens - Eigennaam 1. genitief van Marten

Martens, Adriaan, Belgisch medicus, *8.6.1885 Bocholt, +26.9.1968 Astene. Als aanhanger van de → Vlaamse Beweging ijverde hij voor de invoering van het Nederlands als officiële taal van de universiteit in Gent. Tijdens de Eerste Wereldoorlog aanvaardde hij het hoogleraarschap aan de door de Duitse bezettingsautoriteiten `vernederlandste' Gentse uni...

Martens - zie G. M. Th. (‘Binky’) Berger.

Wilfried Achiel Emma (geb. 1936) Belgisch jurist en politicus (CVP). Actief voor de Vlaamse zaak o.a. als voorzitter Vereniging Vlaamse Studenten en de Vlaamse Volksbeweging. Hoofdbestuurslid CVP (1969-72) en voorzitter (1972-79). Premier van vier coalitieregeringen van korte duur (1979-80) en, na onderbreking door het ministerie- Eyskens (1981), w...

1° Dirk (Thierry), een der eerste Zuid-Nederlandsche boekdrukkers, werkte te Aalst; bij of met hem werkte Johannes van Paderborn (of Johannes de Westfalia genoemd), die er vermoedelijk de drukkunst bracht. In 1474 bracht M. zijn bedrijf over naar Leuven. 2° Gaston, Vlaamsch tooneelschrijver en boetseerder. * 24 April 1883 te Zulte (O. Vl.)....

('martəns) (Gaston) Vlaams toneelschrijver, ° 24 april 1883 te Zulte; schreef o. a. The Golden River (1919), Paus van Hagendonck (1920), De groote Neuzen (1924).

(George Friedrich von), diplomaat en publicist, geb. 22 Febr. 1756 te Hamburg, eerst prof. te Götlingen, vervolgens 1808—13 westfaalsch staatsraad, werd 1814 hanov. geheim-kabinetsraad en 1816 bondsdags-gezant te Frankfort, waarbij 21 Febr. 1821 stierf. Zijn voornaamste werk is het Recueil des traités (2e druk 8 dln. Götlinge...