Marot
[Fr. marotte, verklw. van Marie] narreklep of zotskolf; (fig.) stokpaardje, gril.
Getty Research Institute (1990)
marot - Te gebruiken voor poppen die in de hand worden gehouden of popachtige figuren die op stokken zitten, met een stuk stof eromheen om de muziekmechanieken eronder verbergen, die muziek maken wanneer de stokken rond worden gedraaid.
Van Dale Uitgevers (1950)
(Fr.), v. (-ten), 1. zotskolf, narrenstok; 2. (fig.) manie, stokpaardje : elke zot heeft zijn eigen marot.
Winkler Prins (1949)
Clément, (1496-1544), Frans dichter en humanist, moest wegens zijn relaties tot de Protestanten vluchten, vond toevlucht bij Margareta van Angoulême, dan aan hof der Este’s te Ferrara, beëindigde te Genève zijn fraaie psalmenvertaling (door Calvijn in het gezangboek opgenomen). Zijn werk opent een periode die culminee...
M. J. Koenen's (1937)
v. marotten; (Fr. marotte), bijvorm van Marie: zotskolf: spreekw. Elke zot heeft zijn marot, ieder heeft zijn stokpaardje.
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
1° Clément, Fransch dichter, die op voortreffelijke wijze de poëzie der middeleeuwen afsluit en die der Renaissance aankondigt. * Ca. 1495 te Cahors, ✝ 12 Sept. 1544 te Turijn. Gejaagd leven, vol strijd en verweer, beschermd door machtige Prot. geloofsgenooten. Zijn eerste werk, Le Temple de Cupido (1515), door Le Roman de la Ros&ea...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: