Wat is de betekenis van Markgenootschap?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Markgenootschap

1. o., het zijn van markgenoot; 2. v., de gezamenlijke markgenoten.

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

markgenootschap

o. -schappen; het zijn van markgenoot; de markgenoten.

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

markgenootschap

('mark) (-pen) I. o. Eig. het markgenoot zijn. II. v. Metn. 1. gezamenlijke markgenoten. 2. honderdschap.

Gerelateerde zoekopdrachten