Wat is de betekenis van manschappen?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

manschappen

manschappen - Zelfstandignaamwoord 1. (militair) de soldaten of matrozen die een legermacht uitmaken Hij besloot meer manschappen in te zetten.

2024-04-29
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

manschappen

manschappen - zelfstandig naamwoord uitspraak: man-schap-pen 1. soldaten ♢de manschappen stonden in de houding Zelfstandig naamwoord: man-schap-pen de manschappen

2024-04-29
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-29
Het juiste woord

Dr. L. Brouwers (1928)

Manschappen

Naamwoord: soldatenvolk, soldateska, krijgslieden, kanonnenvlees, soldaat, soldenier, strijder, krijger, krijgsman, landsverdediger, landweerman, militair, milicien, beroepssoldaat, capitulant (ka...), knecht, ijzervreter, vuurvreter, houwdegen, sabreur, oorlogsheld, knevelbaard, poilu, wapenmakker, krijgsmakker, wapenbroeder, wapenvriend, s...

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Manschappen

z.n.v., mv. - Mannen, Lieden tot de Manschap behoorende. Hy zond de boot met tien manschappen.