Mannetjesketting
m. (-en), zware ketting met dwarsstaafjes in de schalmen.
Dr. L.M. Metz (1937)
Een ketting, waarvan de schalmen van steunstukken (mannetjes) voorzien zijn. Het steunstuk bevindt zich in het midden van den schalm, verdeelt daardoor den schalm in twee afdeelingen en belet het dichtknijpen of toetrekken van de schalmen. Een mannetje is verder een verdund einde aan een staaf. Een mannetje smeden. Het mannetje gaat met een borst o...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
Mannetjesketting - een ketting, gewoonlijk alleen als ankerketting op schepen gebruikt, waarvan alle schalmen tegen het uitrekken of samenbuigen voorzien zijn van een mannetje of moot, dat in het midden tusschen den schalm gesmeed wordt. De lengte der schalmen is 20 a 30 % en de sterkte der ketting ±12 % grooter dan van gewone ketting.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: