Manicheeër
m. (-s), 1. aanhanger van de Christelijke, Perzische sekte van Manes (3de E.); 2. (scherts., zinspelend op manen) schuldeiser.
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), 1. aanhanger van de Christelijke, Perzische sekte van Manes (3de E.); 2. (scherts., zinspelend op manen) schuldeiser.
Wiktionary (2019)
manicheeër - Zelfstandignaamwoord 1. (religie), (filosofie) een aanhanger van de oosterse openbaringsreligie die opgericht was door Mani Woordherkomst Ontleend aan het Latijnse Manichaei, een afleiding van Mani, de stichter van deze religie. Verwante begrippen manicheïsme
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)
1. aanhanger van het manicheïsme; 2. (spottend) manend schuldeiser (woordspeling met manen).
Jozef Verschueren (1930)
(mani'che:ər) m. (-s) 1. Eig. aanhanger van Mani’s leer. 2. Metf. onverbiddelijk schuldeiser.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: