Mancher
menig, menigeen; manchere sagen es, sommigen zeggen het; mancheres Schone, heel wat moois; manches (liebe) Mal, menigmaal.
Dr. H. W. J. Kroes (1951)
menig, menigeen; manchere sagen es, sommigen zeggen het; mancheres Schone, heel wat moois; manches (liebe) Mal, menigmaal.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: