Wat is de betekenis van Making?

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Making

v. (-en), (w. g.) legaat.

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

making

making - Zelfstandignaamwoord 1. het maken, (alleen in samenstellingen)

2025-07-15
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

making

vervaardiging, vorming; ’t maken, maak, maaksel; his makings, het door hem verdiende (loon); it was the making of him, dat hielp hem er bovenop; he has the makings of a good soldier, hij is van ’t hout waarvan men goede soldaten maakt.

2025-07-15
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Making

verzamelnaam voor erfstelling en legaten.

2025-07-15
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Making

(Ned. recht) is een beschikking, waarbij iets aan een ander wordt toegekend, speciaal een beschikking bij uitersten wil gemaakt, zooals een legaat.

2025-07-15
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

making

('ma:king) v. (-en) W. g. legaat (II 1).

2025-07-15
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

making

v. (—en), uiterste wilsbeschikking van een overledene, waarbij deze aan iemand iets toekent. Een making kan bestaan in een erfstelling, een legaat of een bevoordeling door middel van een last.

2025-07-15
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Making

Making v. (-en), (w. g.) beschikking bij uitersten wil, legaat.